MINITRIX 15091 Wagenset ''trajectbezichtiging''

Model: Lageboordwagen met verschillende bedrijfsnummers en met kortkoppelingsmechaniek. "Reisrijtuig 395" (VB 98) met onderstel van spuitgietmetaal met digitale functiedecoder voor mfx en DCC, met scheidbare speciale koppelingen. Binnenverlichting met onderhoudsvrije ledlampjes, digitaal schakelbaar. Totale lengte over de buffers 235 mm. Voorbeeld: 2x Kkklms 440 zonder remplatform en 1x VB 98 als bezichtigingswagen 395 van de Deutsche Bundesbahn rond 1989.Ingezet voor: Trajectverkeer van het stadsspoor in Düsseldorf. De redders van de zijlijnen van de net opgerichte Deutsche Bundesbahn waren de een- en tweemotorige railbussen uit de series VT 95 en VT 98. De standaard leveringen van de tweemotorige uitvoeringen omvatten vanaf 1955 in totaal 329 motorwagens VT 98, 310 stuurstandrijtuigen VS 98 en 320 aanhangwagens VB 98. Maar vanaf 1980 begon ook de ster van de tweemotorige railbussen te doven. Opgeheven trajecten en de vervanging door treinen met trekloc deden tot 1987/88 een groot deel van de voertuigen op rangeersporen verdwijnen. Enkele konden echter nog een tweede carrière beginnen, zoals aanhangwagen 998 115 (voorheen VB 98 115) die op 29 juli 1982 bij opstelterrein Hof uit dienst werd genomen.Tot november 1983 werd hij bij opstelterrein Wuppertal-Vohwinkel omgebouwd naar stationswagen 65175 van opstelterrein Düsseldorf. Hij moest nu vooral fungeren als conferentie- en reizigersrijtuig op het stadsspoor Rhein-Ruhr. Daarom moest de interieurinrichting worden omgebouwd. De zitbanken werden verwijderd en een grote conferentietafel met bijbehorende stoelen geïnstalleerd, evenals andere gemakken, zoals keuken, toilet, vloerbedekking en gordijnen. Als puntje op de i kreeg hij de toenmalige kleurstelling van het stadsspoor in kiezelgrijs/oranje. Voortaan diende hij als bezichtigingswagen 395 (later UIC-nr. 60 80 99-23 357-9) voor Neubauamt Düsseldorf e.d. voor inspectie van de stadsspoortrajecten in de verkeersregio's Rhein-Ruhr en Rhein-Sieg. Doorgaans was hij bij dergelijke ritten ingedeeld tussen twee platte wagens type Kkklms 440 zonder remplatform, om de passagiers een beter overzicht te verschaffen. Getrokken werd hij dan doorgaans door diesellocs uit serie 212. In 1999 werd hij uiteindelijk uit dienst werden genomen, maar kort daarna werd hij aan de Eisenbahn-Amateurklub Jülich (EAKJ) verkocht. In 2002 werd hij gekocht door een particulier, die hem bij de Köln-Bonner Eisenbahnfreunden (KBEF) onderbracht. De jaren daarna wachtte hij op opwerking op opstelterrein Gerolstein. Daarna ging hij naar de locomotiefloods van Siegen van het Südwestfälische Eisenbahnmuseum (SEM), waar hij door de daar eveneens gevestigde firma Rail-Design Bäcker werd opgewerkt en van nieuwe lak werd voorzien. Sindsdien kan hij daar, vooral tijdens het jaarlijkse Siegener Lokschuppenfest, worden bewonderd.