"In de fabriek uitgerust met een vast gesoldeerde digitale decoder / Gepland als vervanger van de Pruisische G 10 in het goederenverkeer, ontwikkelde de serie 50 zich tot een universele locomotief tegen het einde van het stoomlocomotief tijdperk. Van 1939 tot 1943 werden in totaal 3.164 eenheden gebouwd in 21 verschillende locomotieffabrieken. Na 1945 bleven meer dan 2.000 locomotieven bij de Deutsche Bundesbahn en moesten in sommige gevallen ingrijpende verbouwingen ondergaan, wat resulteerde in een groot aantal varianten. De machines haalden een topsnelheid van 80 km/u, hadden een vermogen van ca. 1.200 kW en een aslast van 15 ton."